Showing posts from tagged with: Herstelkader

Minister van Naïefciën?

AFM, Herstelkader, Rentederivaten, Renteswaps

Gezien de grote hoeveelheid vragen was het minister Hoekstra van Financiën niet gelukt om nog voor het zomerreces de kamervragen over rentederivaten te beantwoorden. Op 25 september stuurde de minister een brief naar de Tweede Kamer met zijn antwoorden.

Aan de inhoudelijke kant zijn er natuurlijk (weer) de nodige kanttekeningen te plaatsen bij de antwoorden. Daar wil ik het deze keer echter eens niet over hebben. Wat me namelijk opvalt, is de ogenschijnlijk naïeve reactie van de minister op een aantal vragen. Ik noem drie voorbeelden ter illustratie.

Opgejaagd

Zo is er een vraag gesteld over de reactietermijn van 12 weken die klanten hebben om het compensatievoorstel van de bank te accepteren. In brieven wekken diverse banken de suggestie dat al binnen 4 weken gereageerd moet worden. De minister: “Ik zou het onwenselijk vinden als bij klanten de indruk wordt gewekt dat het aanbod al na het aflopen van de reactietermijn vervalt en zal dit ook bij de AFM en de banken aankaarten.”  Dat deze indruk daadwerkelijk wordt gewekt, is ruimschoots bekend. Ook bij de AFM. In mijn dagelijkse praktijk krijg ik vele vragen van klanten over precies dit onderwerp. Ze voelen zich opgejaagd en zijn bang om te laat te reageren. Dat de minister nu toezegt dit bij de AFM en de banken aan te kaarten, is verspilde moeite. Beide partijen zijn hiervan reeds lange tijd op de hoogte en hebben besloten hier niets aan te doen. De minister heeft zich onvolledig of zelfs onjuist laten informeren.

Eindsprint?

Ten aanzien van de voortgang stelt de minister dat het streven is dat eind 2018 de meeste klanten een compensatievoorstel hebben ontvangen. Volgens onze laatste peiling heeft inmiddels 26% van de betreffende klanten een definitief voorstel ontvangen. Als van alle voorbereidende werkzaamheden wordt afgezien, zou je kunnen zeggen dat de banken daarmee ruim anderhalf jaar bezig zijn geweest. Hoe reëel is het om te verwachten dat in slechts drie maanden de resterende 74% (grotendeels) kan worden afgehandeld? Zeker wanneer daarbij rekening wordt gehouden met het feit dat de meeste complexe dossiers nog ter hand moeten worden genomen. Uit onze eigen inschatting blijkt dat het, bij het huidige tempo, tot medio 2019 zal duren voordat alles is afgehandeld. Hier lijkt de houding van de minister nogal naïef te zijn.

Geschillen

Misschien wel het meest in het oog springende en pijnlijke antwoord van de minister heeft betrekking op geschillen met de bank over het voorstel. Als de klant het op bepaalde aspecten niet eens is met het voorstel van de bank, dan is op een beperkt aantal punten een Bindend Advies mogelijk. Gezien de omvang (bijna 250 pagina’s) en complexiteit van het Herstelkader blijkt dat er op veel meer punten inhoudelijke verschillen van mening of interpretatie kunnen ontstaan die een fundamentele impact op het compensatiebedrag kunnen hebben. De minister: “In situaties dat de Geschillencommissie geen mandaat heeft, kan de klant uiteraard volgens normaal geldende procedures terecht bij de bank.” Als de jarenlange afwikkeling van de derivatenproblematiek iets heeft geleerd, is het dat juist de gebrekkige behandeling van klachten door de banken heeft geleid tot de situatie die nu is ontstaan. Veel klanten ervaren in zo’n situatie dat zij geen poot hebben om op te staan. Doordat de bank zich kan beroepen op de maximale acceptatietermijn van 12 weken, ontstaat er bovendien een flinke machtsongelijkheid tussen bank en klant. Dat de minister juist deze klanten opnieuw met hun klacht naar diezelfde bank stuurt, is ronduit pijnlijk.

Dit alles wekt een beeld van een minister die de complexiteit én de werkelijkheid van problemen met rentederivaten niet ten volle herkent en erkent. Is dit naïef of wordt hij verkeerd geïnformeerd? En in hoeverre láát hij zich verkeerd informeren?