‘Sorry’ moet je niet zeggen, ‘sorry’ moet je doen
AFM, Rentederivaten, Renteswaps
Op 5 juli 2016 presenteerde de Derivatencommissie, in opdracht van minister Dijsselbloem, het Uniform Herstelkader Rentederivaten. Na een pilot van een paar maanden zouden de banken dan starten met de uitvoering ervan. De hele aanleiding en gang van zaken rondom renteswaps was voor topbankiers Joop Wijn (ABN AMRO) en Wiebe Draijer (Rabobank) aanleiding om op 26 september 2016 tegenover de Tweede Kamer ‘sorry’ te zeggen en om te benadrukken dat ze het Herstelkader ‘ruimhartig’ en ‘naar de geest’ zullen uitvoeren. Daarbij spraken ze verwachting uit dat medio 2017 de hele afwikkeling van het Herstelkader door de banken voltooid zou zijn.
Inmiddels is het eind mei 2017. Er zijn nog geen compensatievoorstellen aan klanten verstuurd en gisteren kwam het nieuws dat zowel ABN AMRO als Rabobank vertraging oplopen in de uitvoering. Aan die vertraging liggen begrijpelijke redenen ten grondslag. Maar het resultaat is, wederom, teleurstellend.
De uitvoering van het Herstelkader door de banken is zeer verschillend. ABN AMRO laat bijvoorbeeld duidelijk zien meer oog te hebben voor de situatie en positie van de klant, en probeert daar rekening mee te houden. Veel van hun klanten hebben in ieder geval al een brief ontvangen waaruit blijkt of ze binnen de reikwijdte van het Herstelkader vallen of niet. Rabobank heeft dat bijvoorbeeld niet gedaan en communiceert veel minder. Maar voor de ondernemer met een renteswap telt maar één ding, na jarenlang ontkennen door de bank, wachten, herbeoordelingen, nieuwe herbeoordelingen en een Herstelkader: resultaat. En dat resultaat blijft nog steeds uit. Hij weet niet op wat voor soort compensatiebedrag hij kan rekenen, want de compensatieregeling is uitermate complex. En hij weet niet wanneer hij het kan ontvangen, zeker na het nieuws van gisteren is dat ongewis. En in sommige gevallen weet hij niet eens of hij überhaupt in aanmerking komt voor het Herstelkader.
Mochten de banken al niet een geloofwaardigheidsprobleem hebben gecreëerd met het derivatendossier, dan ontstaat het nu wel. Daarbij doet het er niet toe welke enorme inspanningen achter de coulissen door de banken worden getroffen. Want de banken doen -keer op keer- toezeggingen die ze niet waarmaken. Dat gebeurde destijds al bij de herbeoordelingen. Ze stemden in met het installeren van de Derivatencommissie, maar vervolgens was er gedoe over het wel of niet accepteren van het Herstelkader dat ze hadden opgesteld. Eerst zouden nog in 2016 de meeste klanten een compensatievoorstel van de banken krijgen; later werd dat medio 2017 en nu wordt door bijvoorbeeld Rabobank al ‘begin 2018’ genoemd. Een zeer consistent patroon.
Banken zullen hierop reageren dat de praktijk een stuk weerbarstiger lijkt dan oorspronkelijk was verwacht. Ook al is dat zo, dan nog blijft de vraag wat uitspraken en beloften als ‘sorry’, ‘ruimhartig’ en ‘naar de geest’ nog betekenen als gedurende de 8 maanden daarna geen zichtbare invulling aan die beloften wordt gegeven naar klanten toe? Deze woorden staan haaks op de klantbeleving.
Inhoudelijke verklaringen schieten tekort om die kloof nog enigszins te dichten. Woorden schieten tekort, want die blijken hol te zijn. Als banken het vertrouwen willen terugwinnen in dit derivatendossier, zullen ze moeten beginnen met een concreet gebaar te maken naar hun klanten. Hoe ze dat doen, laat ik over aan hun eigen creativiteit. Als suggestie kunnen ze denken aan een vrijblijvend voorschot op de coulancevergoeding en het direct stopzetten van de opslagverhoging.
‘Sorry’ moet je niet zeggen, ‘sorry’ moet je doen.
FD: ‘Kritiek op intrekken boete voor ABN AMRO inzake derivatendossier’
AFM, Media, Rentederivaten, Renteswaps
Het Financieele Dagblad van 25 april 2017 besteedt aandacht aan de opmerkelijke intrekking van de boete die AFM aan ABN AMRO heeft gegeven in 2015. AFM deelde die boete uit, omdat ABN AMRO de zorgplicht heeft geschonden in het derivatendossier.
Dat is een opmerkelijke gang van zaken. Met het schenden van de zorgplicht heeft ABN AMRO de wet overtreden, zoals AFM destijds zelf meldde. Bovendien heeft de bank daarna zelf onvoldoende actie ondernomen om de daaruit voortvloeiende problemen op te lossen: de eigen herbeoordelingen schoten dusdanig fors te kort, dat de minister van Financiën moest ingrijpen. De bank reed op die manier twee keer door het rood. En toch trekt de toezichthouder vervolgens de boete in. Dat vraagt om meer uitleg.
Het uitdelen van de boete in oktober 2015 roept ook al veel vragen op. Deze werd namelijk alléén aan ABN AMRO gegeven, en niet aan de andere banken. Die hebben het op dit vlak echter niet beter gedaan dan ABN AMRO. Maar het speelt ook in de tijd dat kort ná het uitdelen van de boete, de AFM en minister van Financiën ingrijpen in het proces en de regie voor het oplossen van de derivatenproblemen weghalen bij de banken. Bovendien zou diezelfde minister van Financiën een maand later ABN AMRO gedeeltelijk naar de beurs brengen.
Zowel het uitdelen als het intrekken van de boete roept veel vragen op die om opheldering vragen.
Lees hier het artikel uit het FD: FD 25 april 2017 – Kritiek op intrekken boete inzake derivatendossier_1
Opinie FD: klachtenloket banken voor MKB lost problemen niet op
In het FD van 31 maart 2017 is een opinie van Patrick van Gerwen gepubliceerd, naar aanleiding van het nieuws dat de Nederlandse Vereniging van Banken een klachtenloket voor MKB-ers wil oprichten. Als dat net zo gaat werken als het klachtenloket voor rentederivaten, heeft dat weinig zin. Eerst zullen de banken de manier waarop zij intern omgaan met klachtbehandeling stevig op de schop moeten nemen.
Lees hier het artikel: FD 31mrt2017 – Klachtenloket NVB
BNR: klachtenloket voor MKB-ers over financiering
Op 20 februari lanceerde de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) het initiatief om een klachtenloket te openen voor MKB-ers die een klacht tegen hun bank hebben. Het gaat dan vooral om problemen die ontstaan vanwege de financiering.
BNR besteedde in het programma Spitsuur aandacht aan dit plan en vroeg Patrick van Gerwen naar zijn reactie op dit voorstel. Voor rentederivaten bestaat er immers al een specifiek loket voor problemen met rentederivaten.
Luister hier het interview terug: BNR Spitsuur 20 feb 2017
Engeland laat valkuilen zien
AFM, Rentederivaten, Renteswaps, UK
Afgelopen weken is in de media regelmatig aandacht besteed aan de ‘fabrieken’ die bank inrichten om de compensatieregeling volgens het Herstelkader uit te voeren. Honderden mensen per bank worden hiervoor speciaal vrijgemaakt of extern aangetrokken. Dit moet er toe leiden dat eind 2017 alle klanten met rentederivaten een compensatievoorstel van hun bank hebben ontvangen. Alleen Rabobank heeft aangegeven dat het kan doorlopen tot 2018.
Het is -voor alle betrokken partijen- moeilijk in te schatten of dit haalbaar is. Omdat eerst de werkprocessen moeten worden ingericht-en goedgekeurd door AFM- zal het lastig zijn om een goede inschatting te maken van de doorlooptijd per dossier. Vervolgens kunnen vanuit klanten nog vragen komen naar aanleiding van het voorstel. Deze gesprekken en eventuele aanpassingen in het voorstel kunnen de totale doorlooptijd verlengen.
Doorlooptijd
In die zin is het aardig om weer eens naar de UK te kijken, waar ze dit hele proces inmiddels achter de rug hebben. De opzet van het Nederlandse Herstelkader vertoont veel gelijkenissen met de ‘redress scheme’ die daar is uitgevoerd voor renteswaps. Bovendien gaat het om een vergelijkbare aantal derivatendossiers. Daar heeft het gehele proces 3 jaar geduurd. En zijn er in totaal 3.000 mensen direct betrokken bij de uitvoering van dat proces. Dat roept toch wel de vraag op of Nederlandse banken met in totaal (naar schatting) maximaal 1.000 mensen dit proces in een veel kortere tijd kunnen afronden. Dat zou namelijk betekenen dat 4-5 keer zo efficiënt zou moeten worden gewerkt. Is dat realistisch? En wie ziet er op toe dat dit proces niet nogmaals uit de hand loopt met doorlooptijden, zoals eerder al het geval was?
Daar komt bij dat het ‘redress scheme’ in de UK eenvoudiger van opzet lijkt dan de Nederlandse evenknie. In de UK wordt namelijk in de herbeoordeling veel meer aandacht besteed of de bank wel het juiste advies heeft gegeven. Dat kan soms leiden tot een ‘full tear up’, waar bijvoorbeeld gestructureerde rentederivaten in zijn geheel wordt teruggedraaid en alle betalingen worden vergoed; in het Herstelkader moeten die producten worden vergeleken met een fictieve ‘gewone’ renteswap. Een andere compensatiemaatregel in de UK is dat de looptijd van de renteswap kan kan worden verkort.De gemiddelde compensatie in de UK ligt daardoor overigens duidelijk hoger, zoals in een eerder artikel al beschreven.
Die berekeningen zijn relatief eenvoudig te maken. In Nederland is dat slechts een onderdeel van de compensatie. Daarin ligt de nadruk veel meer op het herstellen van technische mankementen tussen leningen en renteswaps. Dat is een veel intensievere analyse, omdat daarvoor alle leningdocumentatie (inclusief alle tussentijdse wijzigingen) in detail moet worden beoordeeld. Kortom, de Nederlandse berekeningen lijken juist complexer, en daardoor tijdrovender.
‘Niet-professioneel’
Dan is er nog een heikel punt met de toelatingscriteria voor het Herstelkader. Dit is alleen toegankelijk voor klanten die ‘niet-professioneel’ en ‘niet-deskundig’ zijn. Aan de deskundigheidstoets kan vrijwel geen enkele MKB-er voldoen, dus dat zal doorgaans niet tot een uitsluiting leiden. Om te beoordelen of een klant ‘niet-professioneel’ is, gelden de zogenaamde omvangscriteria. Het balanstotaal mag niet hoger dan € 20 mln zijn, de omzet niet meer dan € 40 mln en het eigen vermogen niet meer dan € 2 mln. Deze regel gold destijds ook al, ten tijde van het afsluiten van de renteswaps. Nu is het echter zo, dat in sommige gevallen klanten destijds volgens die omvangscriteria ‘professioneel’ waren (en de bank wist dat, want die had de jaarcijfers van deze klanten), maar desondanks toch door de bank als ‘niet-professioneel’ werden geclassificeerd. Precies deze groep klanten wordt nu door het Herstelkader buitengesloten en dat is principieel onterecht. In de UK speelde twee jaar geleden al exact hetzelfde probleem en heeft Bully Banks stevige discussie hierover gevoerd. De banken en AFM zijn door ons op dit punt gewezen, maar houden strikt vast aan het Herstelkader. Dit betekent dat banken misleidend hebben gehandeld, zowel destijds bij de advisering van de renteswap als daarna (tijdens de looptijd). Zij hebben namelijk de klant de gerechtvaardigde indruk gegeven dat zij een hogere mate van bescherming genieten uit hoofde van de zorgplicht door hen bewust te classificeren als ‘niet-professioneel’, terwijl de bank wist -althans behoorde te weten- dat deze klanten als ‘professioneel’ moest worden geclassificeerd. Nu het op die bescherming aan komt, laten de banken én AFM deze klanten in de kou staan. Dat is op geen enkele manier uit te leggen. Gelukkig biedt het arrest van het Hof eerder deze week ook deze groep nog perspectief; dat betekent wel dat ze eerst naar de rechter zullen moeten gaan om hun gelijk te halen. En dat is nu precies wat het Herstelkader wilde voorkomen.
Zo zitten er de nodige risico’s rondom de uitvoering van het Herstelkader. Cadension blijft dit namens haar klanten strak monitoren.
FD: ‘Hof geeft ook grootbedrijf compensatie renteswaps’
AFM, Media, Rentederivaten, Renteswaps
Het Financieele Dagblad bericht over een baanbrekend arrest van het Hof, dat grote consequenties kan hebben voor grotere ondernemingen met rentederivaten.. Rabobank stelde namelijk dat het een ‘professionele’ klant betreft, die voldoende deskundigheid had op het gebied van renteswaps. Desondanks gaf de bank zélf op diverse formulieren aan dat de klant ‘niet-professioneel’ was. Het Hof heeft geoordeeld dat de bank op basis van ‘know your customer’ wist (of behoorde te weten) dat deze klant niet deskundig was op het gebied van rentederivaten, en deze klant daarom ook als zodanig had moeten helpen en adviseren.
In de talloze zaken waarin ik klanten bijsta, zie ik regelmatig dat klanten volgens de formele criteria als ‘professioneel’ worden bestempeld, maar in werkelijkheid geen enkele deskundigheid hebben met betrekking tot renteswaps. En dat de bank die klant vervolgens ook (toch) als ‘niet-professioneel’ heeft bestempeld. Dat laatste blijkt nu echter binnen de regels van het Uniform Herstelkader Rentederivaten niet leidend te zijn; deze groep klanten valt buiten de werking van het Herstelkader. Banken en AFM willen daar (vooralsnog) niet van afwijken. Dat is onterecht, want daarmee heeft de bank misleidend gehandeld naar haar klanten; die klanten is namelijk bewust voorgehouden dat zij een hogere mate van bescherming c.q. zorgplicht krijgen, terwijl de bank daar niet naar handelt.
Dat deze tekortkoming zich nu aandient, is geen verrassing. Exact dezelfde discussie speelde jaren geleden al in Engeland. In mijn gesprek met Bully Banks in 2014 kwam dit aspect al nadrukkelijk aan de orde; ook daar werden klanten onterecht als ‘professioneel’ behandeld, en dat bleek één van de belangrijkste tekortkomingen in het ‘redress scheme’ in de UK. We waren dus al twee jaar geleden gewaarschuwd.
Trouw: “Hoe maatschappelijke instellingen de mist ingingen..”
AFM, Media, plofderivaten, Rentederivaten, Renteswaps
Trouw schreef op 1 februari een artikel over het gebruik van rentederivaten in de semi-publieke sector. Deze sector valt voor een groot deel niet onder de werking van het Herstelkader. Om compensatie te krijgen, zal vaak een gang naar de rechtbank noodzakelijk blijken.
Lees hier het hele artikel: “Hoe maatschappelijke instellingen de mist ingingen met complexe financiële producten“
De Groene Amsterdammer: “Pure misleiding”
AFM, Media, plofderivaten, Rentederivaten, Renteswaps
Op basis van een uitgebreid onderzoek heeft De Groene Amsterdammer op 1 februari een ‘long read’ gepubliceerd over renteswaps. Zowel verkoopmethoden, problemen, afhankelijkheid als het herstelkader komen aan de orde.
Lees hier het hele artikel: ‘Pure misleiding‘
Friesch Dagblad: ‘Compensatie derivaten schiet nog niet op’
AFM, Media, Rentederivaten, Renteswaps
Rabobank liet aan het Financieele Dagblad weten dat de compensatie aan klanten met rentederivaten nog wel tot maart 2018 kan duren. Dat is schandalig lang, zo liet Van Gerwen weten aan het Friesch Dagblad. Lees hier het artikel: Compensatie derivaten schiet nog niet op
FD: “Compensatie rentederivaten voor sommigen mogelijk pas in 2018”
AFM, Media, Rentederivaten, Renteswaps
Vlak voor kerst stuurde Rabobank een brief naar haar klanten ten aanzien van de compensatieregeling voor rentederivaten. Daarin stond vermeld dat het wel tot 2018 kan duren voordat dit door de bank met alle klanten is afgehandeld. In dit artikel in het Financieele Dagblad geef ik als commentaar dat dit toch wel erg teleurstellend is voor klanten die al jarenlang wachten op een fatsoenlijke oplossing.
Lees hier het volledige artikel: Compensatie rentederivaten voor sommigen mogelijk pas in 2018